FIER OP WEST. Kunstateliers Slabbinck,

al 120 jaar kleermaker van priesters en pausen:

“Godvergeten? Voor ‘de goeie’ doen we voort”

Viktor en Mirabel Slabbinck met één van de gewaden voor paus Franciscus: “Die verhalen van misbruik betreur ik ten zeerste, maar ik weet ook dat er heel veel goede priesters en bisschoppen zijn. Mensen die het oprecht goed doen en goed menen.” © Benny Proot

Veel kans dat overal ter wereld de priesters, bisschoppen, zelfs de paus hun zegeningen, kerstvieringen, of ‘urbi et orbi’ in een outfit van Kunstateliers Slabbinck uit Brugge doen. In het Brugse ambachtelijke atelier maken ze al 120 jaar alles zelf. Er is zelfs speciaal iemand in dienst die enkel toeziet op de kwaliteit. Maar de recente getuigenissen over seksueel misbruik in de Kerk kwamen ook in het familiebedrijf hard aan. “We hebben onszelf in vraag gesteld”, zegt Viktor Slabbinck.

Stel je even een showroom voor. Niet met bruidskledij of andere modegevoelige merken, maar met kerkgewaden. Dat is exact waar je binnenloopt als je het bedrijf Slabbinck langs de Lieven Bauwensstraat bezoekt. Een curiosum, voor wie er niet in thuis is. Een evidentie voor de familie Slabbinck, schatplichtig aan Hendrik Slabbinck, de stichter in 1903.

Hendrik Slabbinck, meester in de gilde van de goudborduurders, startte zijn bescheiden atelier voor kerkgewaden op de zolder van het ouderlijk huis in de Hoefijzerlaan. Naam en faam maakte hij daarmee, toen al tot in het buitenland. Dat is vandaag goed voor 85 procent van het cliënteel.

“Moesten we het enkel met de Belgische priesters of bisschoppen doen, dan waren we er al lang mee gestopt”, knipoogt Viktor Slabbinck (51)

, die het bedrijf vandaag leidt met zijn nicht Mirabel Slabbinck (49). De ene is verantwoordelijk voor de kerkelijke deel, de andere leidt de afdeling van het luxueus bed- en badlinnen. Ook daarin is het bedrijf toonaangevend.

Tijdens de Tweede Wereldoor­log zorgden overgroot­va­der Hendrik en grootvader Maurice ervoor dat het personeel niet naar werkkampen moest. Ze lieten orders maken door de Brugse musea, zodat het personeel aan het werk bleef

Viktor neemt ons mee naar een rek vol kerkelijke gewaden. “Deze hebben we laten maken voor paus Benedictus, en die ernaast voor de huidige paus Franciscus.” Wiens gezondheid volgens de laatste berichten wat achteruit gaat. “Ach, dat is logisch. Op zijn leeftijd is dat normaal. Ik heb net heel veel bewondering voor de man, die zo’n belangrijke functie bekleedt. Een echte vernieuwer ook. Dat trekt zich door in zijn kledij. Terwijl Benedictus graag het gezag en de macht van de kerk in zijn gewaden vertaald wilde zien, doet Franciscus het anders. De horizontale lijnen tonen net dat hij zijn medegelovigen als zijn naasten ziet.<blockquote>” Wat opvalt: de kleuren zijn altijd dezelfde: paars, wit, rood en groen. “Af en toe eens zwart of roze, maar voorts wordt er van kleur niet afgeweken”, zegt Viktor.</blockquote>

Slabbinck is een paradijs voor religieuzen: “Je moet de leefwereld van je klanten hier begrijpen.” © Benny Proot

Daarmee is de toon gezet: Slabbinck is leverancier van gewaden van onder tot helemaal boven: tot in het Vaticaan dus. Onlangs nog haalde het bedrijf een prestigieus contract binnen: ze mogen het logo voor het Heilig Jaar 2025 gebruiken in hun communicatie en op hun gewaden. In heel België, en bij uitbreiding de buurlanden, doet geen enkel bedrijf hen dat na. Het bewijst de goede naam én de goede band van het bedrijf met het Vaticaan. “Ik heb er ooit als vertaler gewerkt”, verrast Viktor. “Ik studeerde wijsbegeerte met optie godsdienstwetenschappen. Dat moet ook. Je moet de leefwereld van je klanten hier begrijpen.”

Godvergeten

Een leefwereld die we eigenlijk een beetje zoek zijn geraakt, zeker na de reportagereeks ‘Godvergeten’. Alweer kwam de Kerk er in een negatief daglicht te staan. Onlangs nog liet ook Brugs bisschop Lode Aerts daarover zijn ontgoocheling merken in deze krant. “De getuigenissen hebben ook mij geraakt”, zegt Viktor daarover. “Je voelt zoiets overigens ook meteen in het orderboekje. Die verhalen van misbruik betreur ik ten zeerste, maar ik weet ook dat er heel veel goede priesters en bisschoppen zijn. Mensen die het oprecht goed doen en goed menen. Voor hen doen we voort, ook al hebben we onszelf door de reportagereeks ook in vraag gesteld.”

Stoffen worden hier niet geknipt, maar gescheurd. © Benny Proot

Overal krijgt de Kerk klappen, al zijn er uiteraard elders in de wereld gemeenschappen die het wél goed doen. Zo gaat vandaag zo’n 65 procent van de uitvoer naar de Verenigde Staten, waar de verkoop goed loopt.

“Mijn vader reisde in de jaren zestig al naar ginder en veel van zijn klanten van toen zijn nu nog altijd klant bij ons. Vaak de tweede of derde generatie al”, vertelt Viktor.

 

Portugal

Met 58 mensen werken ze in het atelier, allemaal handwerk. “We zouden dit in lageloonlanden, zoals Portugal, misschien aan één vierde van de kostprijs kunnen doen, maar dan moeten we inboeten op kwaliteit en dat gaan we niet doen”, zegt Viktor Slabbinck. “Het is altijd onze bedoeling geweest om in Brugge te blijven. We hebben zelfs iemand in dienst die enkel en alleen op de kwaliteit van het product toeziet. Twijfelt ze, dan haalt ze ons erbij en keuren we het product af. Dan is het opnieuw beginnen. Mensen werken vaak al tientallen jaren voor ons. En zelfs al gaan ze met pensioen, dan willen ze soms nog blijven (lacht). Dat is heel fijn om te zien.”

De kwaliteitscontrole maakt fundamenteel deel uit van het bedrijf. © Benny Proot

Er is dan ook elke middag verse soep voor iedereen, een presentje van de werkgever. “Belangrijk dat iedereen ‘s middags hier even wat vitamientjes kan opdoen, is daarachter de filosofie”, klinkt het. Dat welbevinden was altijd al belangrijk binnen het bedrijf. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zorgden overgrootvader Hendrik en grootvader Maurice ervoor dat het personeel niet naar werkkampen moest. Ze lieten orders maken door de Brugse musea, zodat het personeel aan het werk bleef.

Met 58 zijn ze: de medewerkers van Kunstateliers Slabbinck. © Benny Proot

Het textielatelier is ruim en elk heeft er zijn taak. Kunstateliers Slabbinck is er gevestigd sinds 1974. In één van de burelen zit Mirabel Slabbinck. Zij heeft de leiding over de hoogwaardige collectie huishoudlinnen onder haar eigen naam, aanvullend op het religieuze textiel. “Een stap die we in 2001 hebben gezet, om het bedrijf draaiende te houden”, klinkt het. En of ze daar ook al naam mee hebben gemaakt: het textiel ligt op tafels en in interieurs van tal van vermaarde binnen- en buitenlandse klanten. U kan het opgemerkt hebben op de boot van Gert Verhulst of tijdens ‘Zomeravonden’ met Wim Lybaert op VRT1.

Dit is een passie die ook voor ons een roeping is geworden

We stappen langs de snij- en strijktafels, tussen ratelende naaimachines. Tientallen dames persen, stikken en borduren, plooien, pakken in. Overal hangen gewaden. “Op deze stola’s wordt het logo van het Heilig Jaar 2025 gestikt, maar we zijn nog aan het testen. Het moet helemaal juist zijn”, zegt Viktor.

Roeping

De man denkt ook al na over de toekomst. Komt er nog een volgende generatie aan? “Daar zijn op dit moment geen plannen voor”, zegt hij. “Ik hoef dat van mijn kinderen niet te verwachten… We zullen zien wat de toekomst brengt. Ik ben niet van plan om meteen te stoppen (glimlacht). Dit is een passie die ook voor ons een roeping is geworden.”

© Benny Proot

 

Ik blijf graag op de hoogte van de activiteiten van Creamoda

x

Leden Login

Creamoda
Leden Login