Ballière werkt aan Belgische mode uit Waregem:

“In deze stiel moet je jezelf elk seizoen heruitvinden”

‘Belgische mode’. Je ziet het hier en daar op modelabels, maar waar wordt dat dan gemaakt? In Ballière in Waregem is de derde generatie modemakers aan zet. Jaarlijks belanden er zo’n 350.000 kledingstukken van Waregemse makelij in winkelrekken. Koen Ballière en Hilde Tant staan al sinds de jaren ‘80 aan het roer. “Elders kunnen klanten met dergelijke kleine hoeveelheden niet aankloppen. We doen ons uiterste best om die service wel te bieden.”

We mogen langsgaan in het ‘commandocentrum’ van Ballière: in het productieatelier, waar de stoffen verzameld liggen, klanten worden ontvangen en ontwerpen worden gemaakt en aangepast. Vrouwen zijn er in de meerderheid. Er volgt ook een rondje ‘wat zal ik aantrekken’ als ze horen dat ze mee mogen op de groepsfoto. Je zit in de mode of niet, natuurlijk. Maar je merkt meteen dat de sfeer op het werk warm en vrolijk is.

De geschiedenis van Ballière start in 1954, toen de ouders van Koen Ballière met een confectieatelier startten. “Ze traden daarmee toch deels in de voetsporen van mijn grootouders. Die hadden altijd een groothandel gehad in stoffen, voornamelijk voor gordijnen, in de Holstraat in Waregem”, vertelt Koen. “Mijn vader startte destijds met een eenmanszaak, maar zijn onderneming is enorm gegroeid. In de gouden jaren, van 1965 tot 1985 ongeveer, telde het bedrijf maar liefst 150 medewerkers. Tot de loonkost hier te hoog werd in vergelijking met het buitenland en de productie noodgedwongen naar het buitenland werd verhuisd. Zoals in de hele textielsector de tendens is.

Koen Ballière en broer Carl Ballière namen het bedrijf over in de jaren ‘80, maar wilden elk graag hun eigen weg in slaan. “Carl heeft nu Balko iets verderop in de straat, wij hebben Ballière verder gezet. Concurrenten zijn we zeker niet: wij focussen ons op bloezen en kleedjes. Bovenkledij voor dames, zeg maar. Terwijl Balko zich focust op broeken en mantels. Onze klanten combineren zelfs vaak een bezoek aan onze beide bedrijven, onze verstandhouding is goed.”

Roemenië

Ballière stelt op dit moment 15 mensen te werk in de gebouwen in Waregem en een 60-tal medewerkers in een productieafdeling in Roemenië. “Maar je mag de kledij echt wel Waregems noemen. Wij kiezen stoffen uit, wij ontwerpen kledij samen met de klant en maken pasmodellen die we daarna op punt zetten in overleg met de klant. Pas als de prototypes helemaal klaar zijn, vertrekken ze naar Roemenië om er daar grotere hoeveelheden van te laten maken.”

Klanten komen twee keer per jaar om er een volle dag te brainstormen over hun komende collecties. “Hier bepalen ze wat er de komende tijd in hun rekken zal belanden. In welke snit, in welke stof, in welke kleur. Zij beslissen, maar wij geven inspiratie, zoeken mee naar de beste oplossingen en maken hun ideeën waar. We starten met algemene kleuren en stoffen, om zo via een soort van moodboard naar een concrete collectie te gaan. Naast kwaliteit krijgen ze bij ons ook unieke stukken. Als bepaalde klanten onbewust wat te veel bij elkaar in de buurt komen, dan melden we dat. Zo zijn ze zeker van exclusiviteit, erg belangrijk.”

Ballière is niet van de minste in het wereldje. Signe nature, Avalanche, La Lotti, Punto Fashion, MXY … Allemaal merken die fier kunnen zeggen dat hun kledij afkomstig van een Belgische maker. “In de zomer leveren we 200.000 stuks af, in de winter 150.000 stuks. Het is hier altijd druk, omdat verschillende collecties door elkaar heen lopen. Terwijl we bij de ene collectie de laatste hand leggen aan de pasmodellen, zijn we alweer stoffen aan het uitzoeken voor de volgende en ontvangen we klanten om samen te brainstormen over hun nieuwe collectie.”

“Het is ook een stiel waarbij je jezelf elk seizoen moet heruitvinden. Het is niet zoals bij pakweg chocolade verkopen, waarbij je maar één keer je recept op punt moet zetten en daarna kan blijven produceren. Het is elke keer de trends opvolgen, meedenken met de klant, bekijken wat wel en niet mogelijk is, onze eigen klanten kennen en inspelen op hetgeen zij mooi gaan vinden. Maar eerlijk: we houden ervan. Dit is ons leven.”

13 vestigingen en webshop

Het bedrijf heeft nu ook eigen winkels. “Zeven jaar geleden speelde een bestaande klant van ons, Comme ça, met het idee om te verkopen. Toen hebben wij niet getwijfeld en die kans gegrepen. Voor de verankering, voor de diversificatie, om voeling te hebben met de markt en ook omdat we er veel goesting in hadden. Het was geen evidente start. We waren nog maar goed en wel vertrokken, of daar kwam corona roet in het eten strooien. Maar we zijn uiteindelijk wel heel blij dat we de stap gezet hebben. Ondertussen blijven we groeien, zo hebben we nu 13 vestigingen en een webshop. Het is een hele uitdaging: zo hebben we dit voorjaar nog onze winkel in Knokke gerenoveerd en openden we onze laatste nieuwe boetiek in Ieper.

Evident is het niet, om als Vlamingen recht te blijven in de textielsector. “We brengen de duurdere kwaliteit. Alleen in dat segment is concurrentie haalbaar. De strijd aangaan met massaproductie? Dat kunnen we niet, en dat willen we ook niet. Daarnaast zijn we bijzonder flexibel. Onze drempel is heel laag voor klanten: ze hoeven maar 150 stuks van een bepaald kledingstuk aan te kopen om bij ons te kunnen bestellen. En dat mag zelfs in verschillende kleuren zijn. Elders kunnen ze met dergelijke kleine hoeveelheden niet aankloppen. Waarom dat bij ons wel lukt? Omdat we te braaf zijn”, lacht Hilde. “Ik zeg het geregeld aan Koen, hoor.”

De sfeer binnen het bedrijf is opperbest. Wie er begint te werken, blijft er al snel plakken tot aan zijn pensioen. “Maar het is moeilijk om mensen te vinden, echt waar. Patronenmaakster is echt een knelpuntberoep. Onlangs is er een pas afgestudeerd meisje aan de slag gegaan, een hele toffe en ze is heel gemotiveerd. We hopen heel erg dat zij ook een ideale aanvulling is op ons team.”

Koen en Hilde zouden op hun leeftijd, 59 en 58 jaar, wel al eens voorzichtig aan hun pensioen kunnen denken. Maar niet dit fashionkoppel in hart en nieren. “Pensioen is nog het verste van onze gedachten. We doen het supergraag, en blijven zolang het kan doordoen. Een van onze kinderen lijkt de microbe alvast te pakken te hebben, maar beslissen ze later dat er een andere weg op hen wacht, dan is dat prima voor ons. Niemand zou iets moeten doen alleen omdat zijn ouders nu eenmaal dit of dat doen.”

Bron: Het Laatste Nieuws (26/4/2024)

Ik blijf graag op de hoogte van de activiteiten van Creamoda

x

Leden Login

Creamoda
Leden Login